Interreg-projectpartners
Programme Interreg Zero-Phyto : Marc Lateur
Programme Interreg Zéro-Phyto : Jean Baptiste Pertriaux
Programme Interreg Zéro-Phyto : Interview de Arnaud Ameline
Programme Interreg Zero-Phyto : Joran Barbry
Programme Interreg Zéro-Phyto : LudovicTournant
Programme Interreg Zéro-Phyto : Sylvie Barois
Progamme Interreg Zero-Phyto : Robin van Havermaet
Het Centre Wallon de Recherches Agronomiques (CRA-W - Waals Centrum voor Landouwkundigonderzoek)
Het Centre Wallon de Recherches Agronomiques (CRA-W - Waals Centrum voor Landouwkundigonderzoek) is een instelling van openbaar nut (ION) van het Waals Gewest met meer dan 400 werknemers. Sinds 1975 leidt het CRA-W een groot onderzoeksprogramma gericht op het beschermen, het evalueren en het benutten van de historische genetische bronnen (GB) van de fruitsoorten uit onze regio's. Zo werden meer dan 3000 oude fruitsoorten geherintroduceerd. Al 30 jaar lang voert het CRA-W een beleid ter ondersteuning van boomkwekers, park- en tuinarchitecten, landbouwers, fruittelers en verbewerkers, door een nieuwe reeks oude rassen die tolerant zijn voor ziekten met een breed scala aan kwaliteiten te creëren en aan te bieden. In het kader van dit project zal het CRA-W zal zijn kennis en expertise kunnen delen in volgende domeinen:
- kennis en ervaring met ziekteresistente groenten- en fruitsoorten;
- netwerk van proeven met gecombineerde teelten (5 agrobosbouw percelen , 60 ha van weidboomgaarden);
- onderzoeksinfrastructuur gelinkt aan fytopathologie, insectenkunde en een proefboomgaard voor biologische teelt met integratie van functionele biodiversiteit;
- participatief co-design en projectcoördinatie met belanghebbenden in de tuinbouwsector. CRA-W is officieel erkend voor het realiseren van proefnemingen die officieel erkend zijn als "Bonnes Pratiques d'Expérimentation" (BPE - Goede Proefpraktijken).
Wat projectbeheer en -coördinatie betreft : het CRA-W coördineerde al meer dan tien onderzoeksprojecten met steun van regionale, nationale en Europese fondsen (WP Leader). Het heeft ook goede ervaring met INTERREG-projecten (INTERREG III : Grensoverschrijdend Fruit-erfgoed en biodiversiteit, INTERREG IV : "BIODIMESTICA' en "TransBioFruit': Voor een duurzamere biologische fruitteelt met integratie van biodiversiteit.
Bio en Hauts de France (BHDF)
"Bio en Hauts-de-France" (BHDF) is het resultaat van de fusie van "les agriculteurs bio du Nord-Pas-de-Calais" (GABNOR) en "Agriculture Biologique en Picardie" (l'ABP). Die organisaties begeleiden al meer dan 40 jaar conventionele producenten uit de Franse departementen Nord en Pas-de-Calais bij de omschakeling naar biologische landbouw. Dankzij dat werk heeft BHDF een degelijke kennis verworven van de landbouwmodellen in de regio en expertise ontwikkeld wat betreft het uitdenken van systemen voor biologische landbouw, in de teelt van zowel dieren als akkerbouwgewassen en in de groenteteelt en de fruitteelt.
BHDF staat ten dienst van de ontwikkeling van 750 agrobiologische landbouwbedrijven. Die bedrijven leveren een verfijnde kennis aan van de innovaties die ontwikkeld worden door de producenten. Bij de begeleiding van producenten in zowel de biologische als de conventionele teelt steunt BHDF op zijn kennis en bekwaamheid in het begeleiden van groepen van producenten, grondgebieden, openbare diensten, op de "knowhow" van zijn netwerken van partners (nationale netwerken van groeperingen van bioproducenten, etc.) en op het gebruik van de resultaten van de onderzoeksprogramma's en proeven die nuttig kunnen zijn voor de ontwikkeling van de biologische landbouw en kunnen bijdragen tot de verandering van de praktijken in de conventionele landbouw. Zo worden tal van communicatiemiddelen uitgewerkt.
De kennis en expertise van BHDF zullen nuttig zijn:
- in module 3 van het project bij het vormen en begeleiden van de deelnemende onderzoeksgroepen;
- in module 4 bij het bepalen van de onderzoekslijnen, het mobiliseren van de producenten en bij het definiëren van nieuwe productiemodellen; en tot slot
- in module 5 om de resultaten bekend en nuttig te maken bij een divers publiek.
FREDON Nord Pas-de-Calais
FREDON beschikt over nuttige bekwaamheden voor dit project, als aanvulling op die van de partners:
- Voor de eerste module zal FREDON zijn netwerk en zijn kennis van de verwachtingen en problemen in de sector terbeschikking stellen. De beroepsgroep doet immers een beroep op FREDON als specialist inzake de gewasbescherming. FREDON is een erkende gezondheidsbevordering in het plantaardig domein.
- Voor de module bestemd om nieuwe exploitatiemodellen uit te werken, zal de doelstelling om de competitiviteit van de exploitaties via zero fyto te ontwikkelen gesteund zijn op referenties die met name zijn verworven door FREDON, sinds 1993 specialist inzake alternatieve methodes via zijn R&D-aktiviteiten.
- FREDON is officieel erkend door COFRAC voor het realiseren van proefnemingen die officieel erkend zijn als "Bonnes Pratiques d'Expérimentation" (BPE - Goede Proefpraktijken), wat van FREDON een erkende gesprekspartner voor het goede verloop van de proefnemingen maakt.
- Het project vergt de nodige competenties inzake plagen identificeren, FREDON zal zijn deskundigheid inzake insectenkunde ten dienste stellen van het project dankzij zijn Clinique du Végétal ®, een laboratorium dat in die discipline gespecialiseerd is, en zijn klimaatruimtes.
- FREDON richt zich tot alle landbouwers (biologisch of geïntegreerde bestrijding) en is in die hoedanigheid een gesprekspartner die betere verbindingen tussen de productiewijzen mogelijk maakt om de overdracht van de door het project aangebrachte innovaties te versterken en de conversies naar de BL te ondersteunen.
- FREDON des Hauts de France is lid van FREDON France en behoort zo tot het Franse nationale FREDON-netwerk. De resultaten zullen kunnen worden doorgegeven in de aangrenzende departementen.
- Wat communicatie betreft zal FREDON middelen inzetten om een grootschalige overdracht van de resultaten van het project mee mogelijk te maken: FREDON is bijv. medeorganisator van de international conferentie over alternatieve methodes voor de bescherming van planten. Langs die weg zal het project onder de aandacht worden gebracht tijdens de volgende edities van de conferentie
INAGRO vzw
INAGRO is sinds meer dan 60 jaar het centrum voor teelttechnisch praktijkonderzoek en voorlichting in land-tuinbouw in West-Vlaanderen en geniet ook internationale erkenning. INAGRO staat ten dienste van landbouwers in de plantaardige en in de dierlijke sector
De afdeling Biologische Productie is door de Vlaamse overheid erkend als praktijkcentrum voor de biologische landbouw sinds 1998 en heeft in die tijd een nauwe betrokkenheid opgebouwd met de Vlaamse biologische landbouw. Er is een intensieve wisselwerking met Bioforum Vlaanderen vzw en met het CCBT. Via voormalige Interregprojecten (o.a. Vetabio) en regelmatige contacten ad hoc, heeft de afdeling geode contacten met de Waalse en Noord-Franse biosector.
Het programma van de afdeling focust op plantaardige productie, meer bepaald op akkerbouwteelten, groenten en voedergewassen. Bodemvruchtbaarheid en alternatieve gewasbeschermingsmethodes zijn belangrijke onderzoeksthemas. Het proefbedrijf biologische landbouw van INAGRO is een belangrijk onderzoeksplatform en wordt door de praktijk erkend als inspirerend voorbeeldbedrijf. Daarnaast wordt intensief samengewerkt met biologische landbouwers verspreid over Vlaanderen. INAGRO brengt deze ervaring in in het project ZERO FYTO F&G en wil deze kennis middels de samenwerking met de partners verder verdiepen.
Via demobezoeken, studiedagen, artikels, een digitale nieuwsbrief (via www.inagro.be en via www.ccbt.be) en individuele voorlichting heeft INAGRO een groot en actief bereik in de biologische sector. INAGRO waarborgt een coherente communicatie omtrent ZERO FYTO F&G naar de Vlaamse biologische sector en geïnteresseerden. Het voorbije jaar heeft INAGRO, op initiatief van de provincie West-Vlaanderen, versterkt ingezet op sensibilisatie van gangbare landbouwers.
Terwijl het areaal bio de voorbije Jaren eerder stagneerde, is er in 2016 en 2017 een duidelijke groei merkbaar. West-Vlaamse omschakelende telers hebben een belangrijk aandeel in deze groei
EDYSAN "Ecology and Dynamics of Anthropic Systems", UMR 7058 CNRS-University of Picardie Jules Verne
De Eenheid EDYSAN "Ecology and Dynamics of Anthropic Systems", UMR 7058 CNRS-University of Picardie Jules Verne, is lid van de competitiviteitscluster IAR (Industries and Agro-resources) en van de SFR (Structure Fédérative de Recherche) « Condorcet Agro-Sciences, Environnement et Développement Durable ».
De eenheid zal haar expertise inbrengen in het project, met name op de as "Ecologische intensivering van productiesystemen" door de verbetering van de biodiversiteit, de vermindering van de ecologische voetafdruk van meststoffen en pesticiden en het behoud van de bodemvruchtbaarheid.
EDYSAN is perfect geïntegreerd in de sociaal-economische structuur van Noord-Frankrijk en is goed verbonden met verschillende Europese en internationale consortia. Samengesteld uit een dertigtal leraren/onderzoekers, internationale publicaties is een belangkrijke doel en het personeel is het sterk betrokken bij opleidingen door middel van onderzoek op doctoraats- en masterniveau.
De eenheid verenigt
- specialisten op het gebied menselijke geografie, bodemkunde, ecologie van de gemeenschap en landschapsecologie
- plantaardig ecofysiologen met expertise op verschillende aspecten van planten- milieu-interacties en
- entomologen gespecialiseerd in de biologie van organismen, populatieecologie, moleculaire ecologie en dierecofysiologie.
PCG - Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen
Het PCG is het provinciaal proefcentrum voor de groenteteelt te Oost-Vlaanderen. Het centrum heeft 40 werknemers waarvan 14 onderzoekers. De basiswerking van het PCG bestaat uit het aanleggen van praktijkgerichte proeven in serres en in openlucht (12.5 ha proefvelden). Voor het project zijn deze proefvelden een grote troef. Dankzij de wetenschappelijk expertise en excellentie die over de jaren heen verworven werd, werd het PCG in 2003 de GEP accreditatie toegekend (Good Experimental Practices) voor de registratie van gewasbeschermingsmiddelen in Vlaanderen. Meer en meer wordt in het onderzoek gefocust op alternatieve en biologische bestrijdingsmethoden tegen ziekten en plagen (zowel in de bio-teelt als in een duurzame conventionele teelt), de hoofdactiviteit van het ingediende project.
De afdeling bio beschutte teelten, reeds jaren actief en erkend door de Vlaamse overheid als praktijkcentrum voor de biologische beschutte landbouw, verzorgt het onderzoek van biologische teelten in serres en koepels. Het onderzoek dat uitgevoerd wordt is telkens op vraag en met steun van de sector en in nauwe samenwerking met Bioforum Vlaanderen vzw en met het CCBT. Terugkoppeling van de resultaten gebeurt aan de hand van diverse kanalen en indien mogelijk ook over de grenzen heen. Één van de voorbeelden hiervan is het voormalige Interregproject Vetabio.
Het netwerk aan telers dat het PCG opgebouwd heeft, de goede relatie met deze telers en het inzicht in de uitdagingen waarmee zij geconfronteerd worden, is één van de voornaamste voordelen van het proefcentrum die van grote waarde is voor dit project. Het PCG is actief als onderzoekscentrum en geeft voorlichting aan de telers, wat toelaat om de verworven resultaten breed te verspreiden. Het gediversifieerde partnerschap van het PCG is ook een troef voor het project: de activiteiten van het PCG worden uitgevoerd in samenwerking met de overheid, privébedrijven of met andere onderzoekspartners in binnen- en buitenland. PCG verspreidt al zijn kennis naar het brede publiek via nieuwsbrieven, de website en ook rechtstreeks op de proefveldbezoeken op het PCG en via bezoeken aan telers. PCG heeft reeds vele jaren ervaring als coördinator van verschillende onderzoeksprojecten (Interreg III, Interreg IV, IWT LA trajecten). Voor deze projecten werkte het PCG samen met verschillende universiteiten en andere onderzoeksinstellingen. Internationale samenwerking is een vaste waarde op het PCG en wordt steeds belangrijker.